
(Uit Eikoh Hosoe, Kamaitachi)
Op 19 september 2024 stierf Eikoh Hosoe.
Ik leerde het werk van Hosoe kennen door een krantenfoto, ongeveer 20 jaar geleden. Op die foto zag je links een naakte vrouw, liggend, haar rug naar de kijker gekeerd; alleen haar onderrug, haar smalle middel en haar billen waren zichtbaar, haar benen hield ze opgetrokken en buiten beeld. Haar lichaam leek daardoor niet alleen een lichaam maar evengoed een penis of een knook. Rechts had iemand die verder onzichtbaar bleef, zijn armen op de grond geplant, de handen tot vuisten gebald. De armen gespierd. Dik opgezette aderen. Het duurde een fractie voor ik besefte dat er drie armen waren, geen twee of vier. De achtergrond was vuilgrijs, de foto gruizig. Verder niets. Ik was sprakeloos. Het leek alsof de fotograaf was afgedaald naar een oerwereld om dit tafereel vast te leggen. Alsof de fotograaf iets toonde dat ik niet kende maar wel hérkende. Alsof Hosoe niet een mythe had uitgebeeld maar Eros en Thanatos zélf had gefotografeerd.
Deze foto is nog altijd één van de strafste en meest fascinerende foto's die ik ken. Deze foto opende voor mij de deur naar het werk van Eikoh Hosoe, - en via hem ook naar de andere giganten van de Japanse fotografie, Araki, Moriyama, Kawada,...
Eikoh Hosoe is één van de weinige fotografen die ik zonder aarzelen een groot kunstenaar noem.
Over een periode van nog geen 10 jaar publiceerde Hosoe drie boeken die geniaal (een woord dat ik niet lichtzinnig gebruik), tijdloos en, hoewel duidelijk gemaakt door dezelfde fotograaf, zeer verschillend zijn: Man and Woman (1961), Bara-Kei (1963) - ook bekend als Ordeal by Roses - en Kamaitachi (1969).
In zwart-witbeelden met sterke contrasten roept Hosoe een wereld op die erotisch, duister en grotesk is. In Man and Woman wordt sexualiteit voorgesteld in droom- (of nachtmerrie-) achtige beelden waarbij de dood altijd aanwezig is. Bara-Kei is een reeks uitzinnige portretten van de schrijver Yukio Mishima waarbij Mishima ondermeer verzinkt in een roccoccoklok. In Kamaitachi verbeeldt de butoh-danser Hijikata een demon op het Japanse platteland.
Zet je deze werken op een rijtje, dan valt op hoe inventief en fantasierijk Hosoe te werk ging: camerastandpunten en beeldopbouw zijn vaak verrassend zonder dat het gezocht lijkt. Hosoe was ook meesterlijk in het regisseren van zijn modellen. Hij zette ze aan - of gaf ze de vrijheid - om poses aan te nemen die bizar en ongewoon maar tegelijk zeer expressief en vol gevoel waren.
Inspiratie haalde Hosoe onder andere uit Japanse legendes en uit butoh, de "dans van de diepste duisternis", een intense dansvorm waarbij de dansers hun lichaam langzaam verdraaien en contact zoeken met planten, stenen, geesten,... Ook zijn eigen leven was een bron van inspiratie. Kamaitachi baseerde Hosoe op herinneringen aan zijn kindertijd op het Japanse platteland. Bovendien kan zijn werk niet los gezien worden van de tweede wereldoorlog: Hosoe was 12 toen atoombommen Hiroshima en Nagasaki vernietigden. De dreiging van totale vernietiging zou hem niet meer loslaten en veel van zijn werk kan geïnterpreteerd worden tegen de achtergrond van die reële angst.
De laatste decennia spendeerde Hosoe veel tijd aan workshops etc. Naar verluidt was hij een vriendelijke man die graag zijn kennis deelde.
Tegelijk bleef hij butoh-dansers portretteren - zijn fascinatie voor butoh zou hem nooit verlaten. Ook maakte hij nog reeksen over o.m. Rodin en Gaudi.
Dit alles was niet langer baanbrekend. Zijn werk bleef hoogstaand en interessant, werd prachtig geprint, tentoongesteld en uitgegeven, - maar als kijker voelde je én wist je dat het grootse en beste werk achter hem lag.
Daarover moet evenwel niet gezeurd worden: Hosoe laat zo'n geweldig oeuvre na dat ik in grote dankbaarheid en diep buigend met een brede zwaai mijn hoed voor hem afneem.
Hieronder een kleine greep uit mijn favoriete Hosoe-foto's.
Uit Man and Woman (1961):


Uit Bara-Kei (1963):


Uit Kamaitachi (1969):


Reactie plaatsen
Reacties